4 - Pakijs
19-07-2021Om 02.30 uur worden we gewekt door onze expeditieleiders, met de mededeling vanaf de brug dat er een IJsbeer langs het schip zwemt. Iedereen lag lekker te slapen, maar hijst zich in de nodige poolkleding en begeeft zich naar één van de dekken om inderdaad een mannetjesbeer over het besneeuwde ijsdek naast het schip te zien lopen. We volgen de beer een klein uurtje, terwijl hij over het ijs loopt en af en toe een slootje overspringt of -zwemt. We gaan weer naar bed en worden, enigszins groggy, omstreeks 07.45 uur gewekt voor het ontbijt. Het uitzicht is fantastisch: de wind is nagenoeg helemaal gaan liggen, de zon schijnt en aan alle kanten strekt het pakijs zich uit (met, naar het zuiden toe, aan de horizon, de noordkust van Spitsbergen). We ontbijten, en varen langzaam door het pakijs ten noorden van Ny-Friesland naar het oosten, noordelijk van het één-na-grootste eiland van de archipel, Nordaustlandet. Het pakijs is grotendeels vlak, met her en der ruigere stukken en af en toe een ijsberg, afkomstig van de gletsjers van het noordelijke Russische gebied. We zien de nodige Kortbek- en Zwarte Zeekoeten en groepjes luidruchtige Drieteenmeeuwen zitten op het ijs, de eerstgenoemden lijkend op pinguïns. In totaal zien we vandaag 4 adulte Ivoormeeuwen langs vliegen, nogal sternachtig roepend en te makkelijk verdwijnend als ze eenmaal voor de besneeuwde vlaktes vliegen.
Om 09.09 uur vinden we onze tweede IJsbeer van vandaag, wederom een mannetje. Deze loopt wat heen en weer over een sneeuwplaat, rolt wat in de sneeuw, steekt z’n neus in de lucht en begint dan aan een lange, doelgerichte wandeling van circa 3 km, waarbij hij geregeld grotere stukken water overzwemt, zich daarna in één ruk droogschudt en dan doorloopt. Degenen van ons die op een hoger dek staan zien waarop zijn aandacht gericht is: enkele honderden meters voor hem liggen tenminste 10 Ringelrobben (Ringed Seals), naast hun ademgaten, op het ijs, zich van geen (naderend) kwaad bewust.
De laatste kilometer laat de IJsbeer zich ogenschijnlijk door de ijsplaat zakken, waaruit af en toe alleen de (boven)kop zichtbaar is. In het echt ligt hij waarschijnlijk in een spleet tussen verschillende ijsplaten, en zwemt hij steeds dichter naar de robben toe. Die hebben niets in de gaten, liggen lekker te genieten van het zonnetje, draaien af en toe met de staart en richten incidenteel hun kop op. De beer zigzagt naderbij maar stopt op 100-150m van de robben. Waarschijnlijk kan hij geen verdere spleten vinden, en het op een sprinten zetten is kansloos: weliswaar kan hij op korte afstand een enorme snelheid ontwikkelen, het enige wat de robben hoeven te doen om hem niet ten prooi te vallen is zich in hun ademgat te laten glijden, en dat ligt vlak naast hen. Na een treuzelperiode van ongeveer 10 minuten hijst de beer zich uit het water, gaat in volle lengte op zijn achterpoten staan, en druipt (omstreeks 10.50 uur) af. Ons vergenoegd en met per persoon 100+ foto’s op de SD-kaart achterlatend. Wij vervolgen ook onze weg en genieten uur na uur van het fantastische weer, het prachtige uitzicht en de c 30 (Ringel- en meest Baard)robben die her en der op het ijs liggen. Er vliegt op enige afstand een fraaie adulte Middelste Jager voorbij, en ook de kwebbelende Kleine Alkjes blijven leuk.
Het avondeten wordt, vanwege het mooie weer, geserveerd in de vorm van een barbecue, d.w.z. bier, fris of wijn naar keuze, kartoffelsalat (er is een groot contingent Duitsers aan boord dat, in tegenstelling tot de kleinere groep Italianen, bijzonder goed Engels spreekt), vleesspiezen en chicken wings, salade en een lekker toetje toe. Alles op het open bovendek – want het zonnetje schijnt nog steeds en gaat maar niet onder en het uitzicht is nog steeds adembenemend. Iedereen blijft nog lang hangen en da’s maar goed ook, want even na 22.00 uur liggen er ineens twee hele dikke mannen tegen elkaar aan geschurkt op het ijs: Walrussen welteverstaan. De kapitein (Alexey, sommigen van jullie welbekend van ons avontuur in Antarctica in 2012) parkeert het schip op onnavolgbare wijze precies naast de snurkende giganten, die nauwelijks een spier vertrekken, maar wel af en toe de kop optillen om ons met hun piepkleine oogjes aan te kijken – oogjes die in geen verhouding staan tot de enorme moddervette lichamen en behoorlijk imposante slagtanden. Velen van ons hadden de Walrussen van Moffen niet gezien, en degenen die dat wel hadden zagen ze op grote afstand, dus dit was zonder meer genieten! Voldaan, en als gevolg van het vroege tussendoortje behoorlijk moe, draaien we ons bedje in … wetend dat de kapitein ons vannacht de Hinloopen Strait in loodst waar meer drijfijs wacht, en mogelijk een zodiaccruise onderlangs de Kortbekzeekoetenkolonie van Alkefjellet!
Om 02.30 uur worden we gewekt door onze expeditieleiders, met de mededeling vanaf de brug dat er een IJsbeer langs het schip zwemt. Iedereen lag lekker te slapen, maar hijst zich in de nodige poolkleding en begeeft zich naar één van de dekken om inderdaad een mannetjesbeer over het besneeuwde ijsdek naast het schip te zien lopen. We volgen de beer een klein uurtje, terwijl hij over het ijs loopt en af en toe een slootje overspringt of -zwemt. We gaan weer naar bed en worden, enigszins groggy, omstreeks 07.45 uur gewekt voor het ontbijt. Het uitzicht is fantastisch: de wind is nagenoeg helemaal gaan liggen, de zon schijnt en aan alle kanten strekt het pakijs zich uit (met, naar het zuiden toe, aan de horizon, de noordkust van Spitsbergen). We ontbijten, en varen langzaam door het pakijs ten noorden van Ny-Friesland naar het oosten, noordelijk van het één-na-grootste eiland van de archipel, Nordaustlandet. Het pakijs is grotendeels vlak, met her en der ruigere stukken en af en toe een ijsberg, afkomstig van de gletsjers van het noordelijke Russische gebied. We zien de nodige Kortbek- en Zwarte Zeekoeten en groepjes luidruchtige Drieteenmeeuwen zitten op het ijs, de eerstgenoemden lijkend op pinguïns. In totaal zien we vandaag 4 adulte Ivoormeeuwen langs vliegen, nogal sternachtig roepend en te makkelijk verdwijnend als ze eenmaal voor de besneeuwde vlaktes vliegen.
Om 09.09 uur vinden we onze tweede IJsbeer van vandaag, wederom een mannetje. Deze loopt wat heen en weer over een sneeuwplaat, rolt wat in de sneeuw, steekt z’n neus in de lucht en begint dan aan een lange, doelgerichte wandeling van circa 3 km, waarbij hij geregeld grotere stukken water overzwemt, zich daarna in één ruk droogschudt en dan doorloopt. Degenen van ons die op een hoger dek staan zien waarop zijn aandacht gericht is: enkele honderden meters voor hem liggen tenminste 10 Ringelrobben (Ringed Seals), naast hun ademgaten, op het ijs, zich van geen (naderend) kwaad bewust.
De laatste kilometer laat de IJsbeer zich ogenschijnlijk door de ijsplaat zakken, waaruit af en toe alleen de (boven)kop zichtbaar is. In het echt ligt hij waarschijnlijk in een spleet tussen verschillende ijsplaten, en zwemt hij steeds dichter naar de robben toe. Die hebben niets in de gaten, liggen lekker te genieten van het zonnetje, draaien af en toe met de staart en richten incidenteel hun kop op. De beer zigzagt naderbij maar stopt op 100-150m van de robben. Waarschijnlijk kan hij geen verdere spleten vinden, en het op een sprinten zetten is kansloos: weliswaar kan hij op korte afstand een enorme snelheid ontwikkelen, het enige wat de robben hoeven te doen om hem niet ten prooi te vallen is zich in hun ademgat te laten glijden, en dat ligt vlak naast hen. Na een treuzelperiode van ongeveer 10 minuten hijst de beer zich uit het water, gaat in volle lengte op zijn achterpoten staan, en druipt (omstreeks 10.50 uur) af. Ons vergenoegd en met per persoon 100+ foto’s op de SD-kaart achterlatend. Wij vervolgen ook onze weg en genieten uur na uur van het fantastische weer, het prachtige uitzicht en de c 30 (Ringel- en meest Baard)robben die her en der op het ijs liggen. Er vliegt op enige afstand een fraaie adulte Middelste Jager voorbij, en ook de kwebbelende Kleine Alkjes blijven leuk.
Het avondeten wordt, vanwege het mooie weer, geserveerd in de vorm van een barbecue, d.w.z. bier, fris of wijn naar keuze, kartoffelsalat (er is een groot contingent Duitsers aan boord dat, in tegenstelling tot de kleinere groep Italianen, bijzonder goed Engels spreekt), vleesspiezen en chicken wings, salade en een lekker toetje toe. Alles op het open bovendek – want het zonnetje schijnt nog steeds en gaat maar niet onder en het uitzicht is nog steeds adembenemend. Iedereen blijft nog lang hangen en da’s maar goed ook, want even na 22.00 uur liggen er ineens twee hele dikke mannen tegen elkaar aan geschurkt op het ijs: Walrussen welteverstaan. De kapitein (Alexey, sommigen van jullie welbekend van ons avontuur in Antarctica in 2012) parkeert het schip op onnavolgbare wijze precies naast de snurkende giganten, die nauwelijks een spier vertrekken, maar wel af en toe de kop optillen om ons met hun piepkleine oogjes aan te kijken – oogjes die in geen verhouding staan tot de enorme moddervette lichamen en behoorlijk imposante slagtanden. Velen van ons hadden de Walrussen van Moffen niet gezien, en degenen die dat wel hadden zagen ze op grote afstand, dus dit was zonder meer genieten! Voldaan, en als gevolg van het vroege tussendoortje behoorlijk moe, draaien we ons bedje in … wetend dat de kapitein ons vannacht de Hinloopen Strait in loodst waar meer drijfijs wacht, en mogelijk een zodiaccruise onderlangs de Kortbekzeekoetenkolonie van Alkefjellet!
Vanaf 80° Noord,
Remco Hofland
Geplaatst op: 19 juni 2015
anaf 80° Noord,
Remco Hofland
Geplaatst op: 19 juni 2015