counter on tumblr
 

3 - Kan het nog beter?

10-07-2021

Na de topdag van gisteren ging iedereen met een uiterst voldaan gevoel naar bed. De beelden van de Beluga`s, de Baardrobben en vooral de Bultrug zweefden eenieder nog voor de ogen. Zo´n dag maak je maar zelden mee. En het verbeteren ervan is schier onmogelijk. Toch kan dat op onderdelen het geval zijn. Dat bleek vandaag.

Toen wij om half zeven aan dek stonden, bleek het pakijs nog niet in zicht. Het was prachtig weer. Een strakblauwe lucht en vrijwel geen wind. De zee lag er als een spiegel bij en al vrij snel werd de eerste Dwergvinvis van de dag gemeld. Rond zeven uur passeerden we de 80 graden Noorderbreedte. Al snel bleek dat het bijtijdse opstaan opnieuw zijn vruchten afwierp. Aan de horizon verschenen allemaal witte gevallen in het water en niet veel later bleken we in een groep van zo´n 100 Beluga´s verzeild te zijn geraakt. Aan alle kanten van het schip doken de dieren op, soms heel dicht bij de boot zwemmend.

Rond een uur of negen werd het pakijs bereikt. Dat blijft een imposant gebeuren. Voorzichtig zoekt de kapitein zijn weg door het ijs, daarbij regelmatig grote ijsplaten in tweeën klievend. Voor ons is het dan natuurlijk uitkijken naar bijzondere dieren. Die bleken in ruime mate aanwezig. Opnieuw werd een aantal Dwergvinvissen gesignaleerd. Daarnaast lagen er ook redelijk wat Baardrobben op het ijs. Sommige daarvan konden vanaf het schip goed bekeken en gefotografeerd worden. De meeste aandacht trok ongetwijfeld de enorme Walrus die op het ijs lag. De kapitein loodste het schip er voorzichtig naar toe zodat het dier op een afstand van zo´n 30 meter bekeken kon worden. Opmerkelijk hoe weinig het dier zich aantrok van de drukte om hem heen. Hij richtte zijn kop omhoog, trok een lodderig oog open, keek wat om zich heen, dacht vermoedelijk iets in de geest van ´daar heb je de Plancius weer´, en ging weer verder pitten.

Aan het begin van de middag bereikten wij de ingang van de Woodfjord die vrijwel ijsvrij bleek te zijn. En dat bood de mogelijkheid de fjord in te varen en daarna rechtsaf te slaan en de Liefdefjord te verkennen. Net voor de afslag werd een IJsbeer op het land ontdekt. Het vrouwtje kuierde op haar gemak over ontdooide stukken land, vermoedelijk op zoek naar eieren van daar broedende vogels. Helaas konden we het dier slechts op grote afstand bekeken. Het water in de fjord is op sommige plekken zeer ondiep en de kapitein zag dan ook geen kans dichterbij te komen.

Omdat het nog steeds prachtig weer was, besloot de expeditieleiding alsnog een zodiactocht in te lassen. Dus stonden we om vier uur weer klaar met onze lifejackets aan om over te stappen. Het lukte om met ons achten, aangevuld met een andere Nederlandse en een Engelse vogelaar, in één zodiac te stappen. Bovendien bleek deze bestuurd te worden door Andrew, een Australisch staflid, waarmee we ook tijdens de Atlantic Odyssey al goede ervaringen hadden opgedaan. De tocht die volgde was een aaneenschakeling van hoogtepunten. Al snel ontdekten we een aantal Koningseiders (en in totaal zouden we er zo´n 50 zien) en IJseenden. Daarna trokken Rosse Franjepootjes onze aandacht. Zij lieten zich gewillig vlak naast de zodiac fotograferen. Ook hier weer een enorme Walrus die zich met de zodiacs nog dichter liet benaderen dan met de Plancius het geval was geweest. Noordse Sterns, Kleine Jagers, Zwarte Zeekoeten en nog veel meer van het ´gebruikelijke spul´ vervolmaakten het tafereel.

Na drie uur waren we eer op het schip terug en lieten we ons het diner goed smaken. De kapitein loodste het schip ondertussen naar het eind van de Liefdejord om ons een blik te gunnen op de Monaco-gletsjer, maar voor de meesten van ons viel die gletsjer in het niet bij de prachtige vogels en zoogdieren die we hadden gezien.

Vanaf de Plancius, 79º,49” Noorderbreedte, 014º,11” Westerlengte,

Hendrik Jan Dijkerman

Geplaatst op: 22 juni 2013


Reacties

add
Er zijn nog geen reacties op deze blog...