counter on tumblr
 

13 - Een te lange titel

14-07-2021

Een aalscholver, een snip en een eend die niet kan vliegen...

In de loop van de nacht komen we aan bij Campbell Island. Na de vrij woelige zee van de afgelopen anderhalve dag komt de natuurlijke haven van Perseverance Bay als geroepen. Van drie kanten ingesloten door bergen is dit een zeer rustige baai waardoor het schip niet meer van links naar rechts schommelt. Veel mensen maken hier meteen gebruik van door te gaan douchen, waarbij ze beiden handen voor het inzepen kunnen gebruiken en niet telkens één hand hoeven te gebruiken om zichzelf vast te houden.

De eerste zin van het blog klinkt als het begin van een flauwe grap, maar voor ons is het serieus. Bittere ernst zogezegd. De aalscholver – met de toepasselijke naam Campbell Island Shag – is met een wereldpopulatie van net aan 1000 exemplaren en een leefgebied van niet meer dan één eiland een lastige rakker om op je lijst bij te schrijven.

De snip – met de even toepasselijke naam Subantarctic Snipe – komt weliswaar op meer eilanden voor, maar dat zijn en blijven eilanden. Vijf eilanden in getal om precies te zijn: Auckland Island, Snares Island, Macquarie Island, Antipodes Island en Campbell Island. En zeg nou zelf hoeveel mensen zullen überhaupt van deze eilanden gehoord hebben, laat staan er geweest zijn, laat staan zo’n schuwe vogel gezien hebben?

De eend dan. Een eend die niet kan vliegen. Er zijn meer vogels die niet kunnen vliegen (denk aan pinguïns, struisvogel, emu, nandoe, kiwi’s en de Galapogos-aalscholver), maar een eend die niet kan vliegen? Voor de komst van pelsrobbenjagers naar deze eilanden aan het begin van de 19e eeuw kwamen er enkel vogels en een paar zeezoogdieren op deze eilanden voor en hadden de dieren die hier leefden geen enkele natuurlijke vijand. De vogels die hier leefden hebben als hun onderdeel van de evolutie het vermogen te kunnen vliegen verloren. Vliegen kost immers alleen maar energie en als je toch geen vijanden hebt, waarom zou je dan vliegen?

Met de komst van de walvisjagers kwam meteen de ergst mogelijke vijand tevoorschijn: de mens. Veel van de eenden die geen mogelijkheid zagen zichzelf in veiligheid te brengen eindigden in de pot en tot overmaat van ramp lieten de pelsrobbenjagers zowel bedoeld als onbedoeld andere schadelijke zoogdieren aan land. Varkens, koeien, geiten, schapen en konijnen werden losgelaten met als achtergrondgedachte dat als er een keer een schip ten onder zou gaan de schipbreukelingen tenminste wat te eten zouden kunnen hebben op de eilanden. Onbedoeld werden echter de grootste vijanden van de vogels losgelaten: ratten en muizen. Ratten eten alles wat los en vast zit, inclusief eieren, jonge vogels en volwassen vogels en onlangs is gebleken dat ook muizen een zeer morbide eetgewoonte hebben ontwikkeld. De muizen doen zich tegoed aan de jonge albatrossen die op het nest zitten, maar nog niet kunnen vliegen. Ze eten de jonge vogels letterlijk stukje bij beetje levend op…..

Een aantal jaren geleden heeft de overheid van Nieuw Zeeland een enorm uitroeiingsprogramma voor alle geïntroduceerde soorten (met uitzondering van de mens, die werd ontzien) in gang gezet. Met succes. In twee jaar tijd zijn alle soorten die niet op Campbell Island van nature voorkomen uitgeroeid en sindsdien gaat het het heel snel, heel goed met alle vogels die hier broeden.

Na deze lange inleiding over naar de dag zelf dan maar: de aalscholver zagen we tijdens het ontbijt al voorbijvliegen en tijdens de zodiaccruise van de ochtend zagen we ook de nodige Campell Island Teals, de zo nadrukkelijk gezochte eendensoort. Ze kunnen nog steeds niet vliegen, maar waarom zouden ze ook? Hun ergste vijanden op dit moment zijn opdringerige fotografen, die, hoewel vervelend, niet echt het voortbestaan van de soort in gevaar brengen.

Na de lunch bestond de mogelijkheid aan land te gaan, een kans die iedereen met beide handen aangreep. Er komen hier gemiddeld 5 boten met toeristen per jaar, verder is het eiland onbewoond. Er ligt (van het aanzienlijke bedrag dat iedere toerist die hier aan land gaat – 400 Nieuw Zeelandse dollar per persoon, zo’n 250 Euro – betaalt) een prachtige boardwalk over het eiland. De boardwalk, feitelijk een wandelpad van planken dat een centimeter of 30 boven de grond ligt, voert over het hele eiland naar een punt met prachtig uitzicht.

Aan het begin van de boardwalk is de kans op het zien van de Subantartic Snipe het grootst. De meeste mensen slagen erin een glimp van een langsschietende vogel op te vangen, zijn daarmee tevreden en gaan op weg naar het uitzichtpunt. Een enkele kneus (met name ondergetekende) had nog helemaal niets gezien en heeft dus de hele weg naar boven lopen zoeken naar een snip. Voor de niet-vogelaars: snippen lijken op kleine kippen maar met een hele lange snavel, hebben een fantastische schutkleur en zijn bijna altijd rete-schuw. Je kunt zoeken wat je wilt dus, maar dat is zeker geen garantie voor succes…

Boven op de helling, maar nog voor het uitzichtpunt, verschijnen er plotseling allemaal witte stippen in het landschap. Als je dichterbij komt, blijken het broedende albatrossen te zijn. Verspreid over het eiland broeden een kleine 10.000 paar van deze prachtige vogels (Southern Royal Albatross – spanwijdte: meer dan 3,5 meter!!!) en omdat ze geen natuurlijke vijanden hebben, storen ze zich totaal niet aan ons, ook niet als de boardwalk soms op minder dan 2 meter van hun nest voert.

Zo’n albatros op het nest is fantastisch: stel je een meeuw voor, maar dan met het formaat van een Deense Dog en grotendeels wit, die je een beetje suf zit aan te kijken terwijl onder haar buik een nieuw, klein albatrosje in de maak is. Onbeschrijflijk mooi gewoon. Zie 5 van deze giganten vlakbij je en je vergeet de hele snip gewoon.

Dat is ook precies wat er gebeurde: vol van de albatrossen loop ik terug naar beneden (af en toe struikelend over de überalgemene Campbell Island Pipit, een endemische ondersoort van onze Grote Pieper) en merk ik eigenlijk niet eens op dat er een mede-passagiers naar me staat te fluiten en zwaaien. Als het dan eindelijk wel doordringt, snap ik ook meteen dat het eigenlijk maar om één ding kan gaan: de beste man heeft een snip in beeld.

En inderdaad, zodra ik hem bereikt heb, vertelt hij dat hij net zo’n vermaledijde snip drie keer de boardwalk heeft zien oversteken. Om zijn verhaal kracht bij te zetten, laat hij zijn Iphone zien, met daarop inderdaad een prachtige snip.

Tijd om vragen te stellen is er niet, want nu zie ook ik de snip oversteken, gevolgd door een jonge snip die nog wat donsveertjes heeft. En weer terug naar de rechterkant van de boardwalk. En weer naar links, en dan zijn ze weg. Wat een fantastische waarneming, de dag kan niet meer stuk.

Volledig in de zevende hemel loop ik door naar de landingsplaats en keren we terug naar de boot. Na het diner varen we de baai weer uit. De gedachte aan de albatrossen en de snip blijven de hele avond overheersen. Zelfs het zien twee Yellow-eyed Penguins, voor mij nog een nieuwe soort, verandert daar niets aan. Helemaal niets.

Vanuit Campbell Island,

Pieter van der Luit

Geplaatst op: 6 december 2014


Reacties

add
Er zijn nog geen reacties op deze blog...